Met de metro kun je in Parijs vrijwel overal komen..
De stations zijn mooi, schoon en alles is zeer overzichtelijk.
Als je een dagje rond wilt touren, koop dan een "mobils"-ticket voor 2 zones
(kost Euro 6,80) en je komt overal !
Metrostation Bir Hakeim (zie boven) is het station waar je moet uitstappen
als je naar de Eiffeltoren wilt.
Ga je vervolgens naar Montmartre dan stap je uit bij station "Anvers"
Dit is een station wat in een drukke wijk uitkomt. Heel mooi bord trouwens.
De heuvel is zo'n 134 meter hoog. Montmartre is voor toeristen een van de bekendste plekken van Parijs. Boven op Montmartre is er een mooi uitzicht op de stad. De wijk Montmartre trekt al heel lang veel kunstenaars en vooral schilders. Op de Place du Tertre, bovenop de heuvel, worden speciaal voor toeristen gemaakte schilderijen verkocht.
Montmartre is ook bekend vanwege zijn vele en vaak steile trappen. Aan de halte Anvers vindt men de Funiculaire de Montmartre, de daaraan parallel gelegen rue Foyatier bestaat uit een 300 treden tellende trap die naar het bordes van de Sacré-Cœur leidt.
Op de heuvel van Montmartre staat de grote witte Basilique du Sacré-Cœur.
In de buurt van de wijngaard staat een van de bekendste cabarets van de buurt, de Lapin Agile. De meeste theaters vindt men aan de zuidkant van de heuvel, aan de rue des Martyrs en de aan Pigalle grenzende boulevard de Clichy. Montmartre heeft twee kerkhoven; het bekendst is het Cimetière de Montmartre dat in 1795 in gebruik genomen werd. Er liggen veel bekende Franse kunstenaars begraven. Een kleiner kerkhof, het cimetière St.-Vincent, vindt men aan de rue Caulaincourt.
Oorspronkelijk was Montmartre een dorp op een heuvel buiten Parijs. De naam is waarschijnlijk afgeleid van Mons Martis ("Marsberg"), omdat er in de Romeinse tijd een aan Mars gewijde tempel stond. Een tweede oorsprong van de naam kan le mont du martyr ("martelaarsberg") zijn, omdat volgens de overlevering Dionysius, de eerste bisschop van Parijs, hier onthoofd werd. Hij vond dit echter geen leuk plekje, dus nam hij zijn hoofd onder zijn arm en liet zich wat verderop begraven, in de huidige voorstad Saint-Denis. Een van de straten die naar Montmartre leidt heet Rue des Martyrs.
Het werd ook wel Place Blanche genoemd, omdat hier een kalksteengroeve was die de economische motor van het dorp was. In 1860 werd het dorpje bij de door baron Haussmann geïnstigeerde gebiedsuitbreidingen van Parijs geannexeerd, en aan het nieuwe 18e arrondissement toegevoegd. In de 19e eeuw begonnen schrijvers en kunstenaars zich hier te verzamelen, en vele bekende kunstenaars, onder wie Pissarro, Toulouse-Lautrec, Van Gogh, en Picasso hebben in Montmartre gewoond. Tegenwoordig wonen er vooral kunstenaars die van het toerisme leven.
(bron: Wikipedia)